De Europese aandelenbeurzen stonden dinsdagochtend flink in de min na een sterke opmars in de afgelopen maand. Tegenvallende cijfers over onder meer de Duitse industrie maakten beleggers opnieuw nerveus over de economische vooruitzichten.

De AEX noteerde rond 12.15 uur 1,9 procent lager op 427,68 punten en de MidKap daalde 1,4 procent tot 666,49 punten. De graadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs moesten tussen 1,3 en 2,3 procent terug.

Voor de handelsaanvang werd bekendgemaakt dat de Duitse fabrieksorders in februari met 1,2 procent daalden ten opzichte van januari. Economen rekenden in doorsnee juist op een stijging, van 0,3 procent.

Halverwege de ochtend volgde een tegenvallend cijfer over de Franse dienstensector. Eerder bleek al dat ook in de Franse industrie vorige maand, zoals verwacht, sprake was van een kleine krimp.

Mede door de Franse stagnatie viel ook de schatting voor de hele eurozone wat slechter uit dan eerder gemeld. De zogeheten inkoopmanagersindex voor de eurolanden, waarmee de groei wordt gemeten, ging in maart van 53 naar 53,1. Eerder werd een toename tot 53,7 gemeld voor de graadmeter, die bij een stand hoger dan 50 wijst op groei.

Lagarde: herstel economie te langzaam

Topvrouw Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds zei in een toespraak in Frankfurt dat het herstel van de wereldeconomie te langzaam gaat en kwetsbaar blijft. Daardoor is het gevaar van nieuwe tegenvallers toegenomen.

Lagarde riep beleidsmakers op met gerichte maatregelen de economie te ondersteunen. Zo zouden de eurolanden de werkloosheid kunnen bestrijden door opleidingen beter op de arbeidsmarkt te laten aansluiten. In de VS ziet het IMF heil in een hoger minimumloon. Opkomende economieën zouden subsidies op brandstoffen moeten inwisselen voor betere sociale voorzieningen, adviseerde Lagarde.

Staal, mijnbouw en automakers in de min

ArcelorMittal verloor 6,8 procent en stond daarmee iets meer onder druk dan zijn Duitse branchegenoot ThyssenKrupp (min 5,2 procent). Mijnbouwers als BHP Billiton en Rio Tinto werden in Londen tot 5 procent lager gezet. De autobouwers BMW en Volkswagen behoorden in Frankfurt ook tot de sterkste dalers, evenals Peugeot in Parijs.

Ook energiebedrijven en de financiële sector deelden in de malaise. Shell daalde 2,7 procent, dienstverlener aan de olie- en gassector SBM Offshore stond 1,8 procent lager en Aegon en ING zagen 2,6 procent aan waarde verdampen. Shell's rivalen BP en Total koersten tot 2,3 procent lager en banken als Barclays, Deutsche Bank en Société Générale verloren tot 3,1 procent.

Gemalto-topman vertrekt

Beleggers waren niet blij met het bericht dat topman Olivier Piou opstapt bij Gemalto. De specialist in digitale beveiliging stond 3,5 procent in de min. De 57-jarige Piou kwam in 1981 bij Gemalto werken en stond achttien jaar lang aan het roer van het concern, dat een beursnotering heeft in Amsterdam. Zijn opvolger Philippe Vallée is 51 en de huidige operationeel directeur. Hij kwam bij Gemalto in 1992.

Het Franse kabelbedrijf Altice, de grote verliezer van maandag, noteerde een klein plusje van 0,1 procent. Supermarktconcern Ahold (plus 0,2 procent) was de andere stijger in de AEX.

De euro was 1,1365 dollar waard, tegen 1,1385 dollar bij het slot van de Europese beurzen op maandag. Amerikaanse olie werd verhandeld voor 35,66 dollar per vat, een prijsdaling van 0,1 procent. Brentolie werd 0,3 procent goedkoper op 37,59 dollar per vat.

Rente op staatsleningen daalt sterk

De rentes op veel Europese staatsleningen gingen dinsdag opnieuw stevig onderuit. Beleggers reageerden onder meer op tegenvallende cijfers over de Duitse industrie, die het vooruitzicht op een aanhoudend ruim beleid van de ECB overeind houden.

De rente op Duitse tienjaarsleningen zakte naar 0,09 procent en naderde daarmee het historische dieptepunt van 0,07 procent dat bijna een jaar geleden werd bereikt. Het rendement op vergelijkbare Nederlandse leningen ging omlaag naar 0,3 procent. Ook de Franse en Britse rente ging verder omlaag.

Spaanse en Italiaanse obligaties waren minder in trek. Het rendement op hun tienjaarsleningen liep op naar respectievelijk 1,5 en 1,3 procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl